You are currently browsing the category archive for the ‘gezondheid’ category.
Vandaag een 10- tal woon-en zorgcentra in het Leuvense in 7 haasten het volgende gemaild: “Het artikel in De Standaard over bejaarden die in woon- en zorgcentra leven en die de kans niet krijgen om te gaan stemmen heeft mij behoorlijk aangegrepen. Ik ben verpleegkundige, ken de werkdruk en begrijp dat het moeilijk is om iedereen te mobiliseren, maar ik zou mij zondag wat graag als vrijwilliger inzetten om naar uw instelling en/ of andere te komen en bewoners hetzij met mijn auto hetzij te voet met de rolstoel naar het stembureau te begeleiden. Maar omdat ik zelf kandidaat ben op de kamerlijst van Groen! ligt dat misschien wat moeilijk. Ik heb echter al eens links (en rechts) nagevraagd binnen (en buiten) de partij en er zijn heel wat mensen die niet op de verkiezingslijst staan die willen afkomen om de bewoners die dat wensen mee te nemen. Dit alles geheel vrijblijvend zonder wie dan ook onder druk te zetten of te beïnvloeden.Als u op ons voorstel wil ingaan, kunt u het mij per kerende mailen ofwel bellen naar mijn GSM.”
Was heel blij met volgende return: ” Vanuit de woonzorgcentra van OCMW-Leuven hebben we echter alle mogelijke inspanningen gedaan om de bewoners die kunnen, naar de stembus te begeleiden via aangepast vervoer en extra begeleiding. In die zin hebben we geen vrijwilligers meer nodig voor deze “activiteit”.
Positieve energie!
Zaterdagavond hoorde ik op een terras gezeten tussen een Joodse en een Islamitische zestiger hoe broederlijk beide culturen vroeger samenleefden in Israel. Volgens hen tot het moment dat Europeanen en Amerikanen dat beeld kwamen verstoren na WOII, met het stichten van een Zionistische staat. Maar ook nu zijn er gelukkig heel wat Joden die rationeel denken en de agressie van sommigen hun landgenoten veroordelen. Luisteren naar mekaar en de dialoog aangaan zijn daar – net als hier – de enige methoden die een duurzame oplossing in een win – win situatie voor alle partijen kunnen tot stand brengen.
Tijdens het verkiezingscongres in Gent gaf Eva Brems net als de andere lijsttrekkers aan op welke punten Groen! een meerwaarde biedt. Haar motief is uiteraard die van de noodzakelijke internationale solidariteit.
In De Standaard van vandaag lees ik dat de regering in Sudan keihard terugslaat tegen een staking van de dokters. De opleiding en de uitrusting van de artsen zijn er slecht en voor de maand mei werd amper de helft van hun lonen uitbetaald. Hun regering geeft slechts 3 a 4 % uit aan gezondheidszorg en onderwijs, terwijl er 95 % naar de veiligheidsdiensten en het leger gaat.
Laat ons hopen dat wij 14 juni wakker worden in een land waar politici, gesteund door de bevolking en de beroeps- en andere organisaties uit het middenveld, terug de handen vrij krijgen om ook dergelijke problemen aan te pakken.
Gisteren had ik de eer te zijn uitgenodigd op de openbare verdediging van het proefschrift van Els Inghelbrecht, die zich vanaf nu met recht en rede doctor in de sociale gezondheidswetenschappen mag noemen. De resultaten die te lezen zijn in “Attitudes & role of nurses in euthanasia and other medical end- of- life decisions” verontrusten heel wat actoren, maar zijn maatschappelijk zeer relevant. Er blijkt immers uit dat 12 % van de verpleegkundigen verklaart middelen toe te dienen in het kader van een euthanasie. Nochtans is het enkel de arts die deze uitzondering op de strafwet – die de wet op euthanasie van 28 mei 2002 is – mag toepassen. Verpleegkundigen klagen reeds lang aan dat zij nauwelijks in beeld komen in deze wet en zich dan ook in de praktijk in een juridisch vacuüm bevinden. Niet dat zij allemaal zelf inderdaad euthanasie willen plegen, maar wel willen zij erkenning voor hun feitelijke beroepshalve betrokkenheid bij het gebeuren, bij de voorbereidende gesprekken en handelingen en bij de begeleiding van patiënt en familie. De wetsvoorstellen die verpleegkundigen zelf aan de beleidsmakers willen voorstellen, staan te lezen op de website van een grote verpleegkundige beroepsorganisatie , ook dit is participatieve democratie.
(deze tekst als documentatie bij mijn post van vandaag. – H. Vanheusden)
NVKVV wenst meer duidelijkheid in de wetgeving over de rol van verpleegkundigen bij euthanasie e.a. medische beslissingen bij het levenseinde
In oktober 2005 werd binnen het NVKVV de Ad hoc werkgroep Rol en houding van de verpleegkundige bij euthanasie e.a. Medische Beslissingen bij het Levenseinde opgericht. Deze ad hoc werkgroep, onder voorzitterschap van dhr. R. Tytgat, bestaat uit leden van de Juridische Adviesgroep, van de Werkgroep Spoedgevallen en Intensieve Zorg en van de Werkgroep Pastoraal, Ethiek en Humanisering. Ook mevr. Ingrid Lauwers, stafmedewerker zorgdepartement en coördinator Palliatief Support Team Sint- Vincentiusziekenhuis V.Z.W. Antwerpen/Mortsel, maakt er deel van uit. De werkgroep wordt voor sociaal-wetenschappelijk advies bijgestaan door prof dr Johan Bilsen, docent en onderzoeker van de Onderzoeksgroep Zorg rond het Levenseinde van de VUB.
Aanleiding tot de oprichting was de vaststelling dat verpleegkundigen in een onduidelijke en kwetsbare positie verkeren bij alle medische beslissingen aan het levenseinde (MBL).
De ad hoc werkgroep heeft zich tot doel gesteld richtlijnen voor verpleegkundigen uit te werken, in eerste instantie rond euthanasie, later rond andere MBL’s. Een intensieve vergaderfrequentie leidde reeds tot een voorstel met aanvullingen op de wet op de euthanasie van 28 mei 2002 en tot het aanstippen van pijnpunten bij de andere MBL’s.
Voorstel tot aanvullingen op de Wet op de Euthanasie van 28 mei 2002
Aangezien het verlenen van stervensbegeleiding en begeleiding bij de verwerking van het rouwproces tot de A-handelingen van de verpleegkundigen behoort, zal de verpleegkundige er haast vanzelf over waken dat de nodige bijstand wordt verleend bij het stervensproces van de patiënt en de rouwverwerking.
In de wet op de euthanasie staat dat de arts het verzoek van de patiënt moet bespreken met het verplegend team. De werkgroep vraagt bijkomend dat de geraadpleegde leden van het verpleegkundig team ook hun visie mogen neerschrijven in het patiënten dossier.
Sinds kort werd ook de rol van de apotheker toegevoegd aan de wet. Wij wensen dat voor wat betreft de verzorgingsinstellingen wordt verduidelijkt dat de apotheker het voorgeschreven euthanaticum persoonlijk aflevert aan de betrokken arts of aan de verpleegkundige en dat de arts de apotheker op de hoogte brengt welke verpleegkundige het voorgeschreven euthanaticum in ontvangst zal nemen.
Wij vinden het ontzettend belangrijk dat verpleegkundigen wettelijk beschermd worden wanneer wij voorbereidende handelingen uitvoeren, nodig voor de toepassing van de euthanasie. Welke deze voorbereidende handelingen precies zijn, zal nog moeten worden bepaald door de koning, na advies van de Technische Commissie voor Verpleegkunde.
Ook zou de arts vooraf met de verpleegkundige(n) de handelingen die zullen worden verricht, alsook de te gebruiken middelen moeten bespreken. Deze afspraken worden door de arts in het patiëntendossier geschreven en door hen beiden ondertekend. De arts blijft verantwoordelijk om de procedure correct te volgen en zal als enige het euthanaticum aan de patiënt toedienen.
Tenslotte zijn we ons bewust van het belang van “zorg om de zorgenden” en van mening dat in de wet moet worden opgenomen dat na de uitvoering van de euthanasie de gezondheidszorgwerkers die bij de euthanasie betrokken waren, een nabespreking houden ten einde hun ervaringen en emoties te verwoorden, zonodig in aanwezigheid van een psycholoog.
Onderstaande concrete juridische voorstellen ter aanvulling van de Wet op de Euthanasie van 28 mei 2002 worden in de loop van 2006 voorgelegd aan de achterban en zullen onderwerp uitmaken van gesprekken met diverse betrokkenen.
Art.3 §2 4°: …of leden van dit team. De betrokken leden van het verpleegkundig team
schrijven hun visie in het patiënten dossier.
Art. 3 bis: De apotheker die een euthanaticum aflevert, pleegt geen misdrijf, wanneer hij handelt op basis van een voorschrift opgesteld door een arts die heeft gehandeld overeenkomstig de bepalingen van artikel 3, § 1 tot 3, of artikel 4, § 2.
De apotheker levert persoonlijk het voorgeschreven euthanaticum af aan de betrokken arts.
Binnen een verzorgingsinstelling levert de apotheker het voorgeschreven euthanaticum persoonlijk af aan de betrokken arts of aan de verpleegkundige. De arts brengt de apotheker op de hoogte welke verpleegkundige het voorgeschreven euthanaticum in ontvangst zal nemen.
De Koning bepaalt de zorgvuldigheidsregels en voorwaarden waaraan het voorschrift en de aflevering van geneesmiddelen die als euthanaticum worden gebruikt, moeten voldoen.
…
Art. 3 ter:
1° De verpleegkundige pleegt geen misdrijf wanneer hij:
ü Binnen de verzorgingsinstellingen het voorgeschreven euthanaticum van de apotheker in ontvangst neemt, zoals voorzien in artikel 3 bis van deze wet.
ü De voorbereidende handelingen uitvoert, nodig voor de toepassing van de euthanasie.
(De koning bepaalt, na advies van de Technische Commissie voor Verpleegkunde, welke deze voorbereidende handelingen zijn).
2° Zonder afbreuk te doen aan artikel 14, bespreekt de arts vooraf met de verpleegkundige(n), de handelingen die zullen worden verricht, alsook de te gebruiken middelen en worden de afspraken door de arts in het patiëntendossier geschreven en door hen ondertekend.
3° Enkel de arts dient de euthanatica toe aan de patiënt.
4° Onverminderd art. 21 quinquies § 1 a) van het K.B. nr 78 zal de verpleegkundige erover waken dat de nodige bijstand wordt verleend bij het stervensproces van de patiënt en de rouwverwerking.
Art. 7
12° De hoedanigheid van de apotheker die de euthanatica heeft afgeleverd.
13° De hoedanigheid van de verpleegkundigen die volgens deze wet hun bijstand hebben verleend bij de toepassing van de euthanasie.
12° wordt 14°
Art. 14 (tweede alinea)Uit het patiëntendossier van de patiënt moet blijken dat aan de voorwaarden en de procedure zoals voorzien in artikel 3 of artikel 4 wordt voldaan.
Art. 14 bis Na de uitvoering van de euthanasie houden de gezondheidszorgwerkers die bij de euthanasie betrokken waren, een nabespreking ten einde hun ervaringen en emoties te verwoorden, zonodig in aanwezigheid van een psycholoog.
Medische Beslissingen bij het Levenseinde: ook hier willen verpleegkundigen meer duidelijkheid
Euthanasie vertegenwoordigt maar één beperkt aspect van de Medische Beslissingen bij het Levenseinde (MBL). En uiteraard kennen we naast de MBL’s ook het bestaan van de Palliatieve Zorg (PZ), die in de Wet op de Palliatieve Zorg van 14 juni 2002 als volgt wordt omschreven: “Onder palliatieve zorg wordt verstaan : het geheel van zorgverlening aan patiënten waarvan de levensbedreigende ziekte niet langer op curatieve therapieën reageert.
Voor de begeleiding van deze patiënten bij hun levenseinde is een multidisciplinaire totaalzorg van essentieel belang, zowel op het fysieke, psychische, sociale als morele vlak.
Het belangrijkste doel van de palliatieve zorg is deze zieke en zijn naasten een zo groot mogelijke levenskwaliteit en maximale autonomie te bieden. Palliatieve zorg is erop gericht de kwaliteit van het resterende leven van deze patiënt en nabestaanden te waarborgen en te optimaliseren.”
In de Wet op de Euthanasie staat in art. 3 §2 1° letterlijk dat de arts bij een euthanasievraag met de patiënt de mogelijkheden van de palliatieve zorg moet bespreken, hetgeen we ook kunnen begrijpen als de noodzaak van een “palliatieve filter”.
Palliatieve Zorg vereist dus een totaalbenadering van de patiënt en is ruimer opgevat dan een Medische Beslissing bij het Levenseinde.
Na uitgebreid onderzoek kunnen de medische beslissingen bij het levenseinde als volgt ingedeeld worden:
1. Toedienen van middelen met de uitdrukkelijke bedoeling het leven van de patiënt te beëindigen
1.1. euthanasie( Wet 28 mei 2002 art 2: “Onder euthanasie wordt verstaan het opzettelijk levensbeëindigend handelen door een andere dan de betrokkene op diens verzoek).
1.2. zonder uitdrukkelijk verzoek van de patiënt
Deze MBL wordt beschouwd als doodslag (doden met het oogmerk om te doden, art.
393 SW) of moord (doodslag met voorbedachte rade, art. 394 SW) en is dus strafrechterlijk vervolgbaar.
1.3. Hulp bij zelfdoding
Zelfdoding op zich is niet strafbaar.
Maar wie hulp bij zelfdoding niet verhindert, zou kunnen beschuldigd worden van “schuldig verzuim” (omissiedelict).
Indien de arts de volledige procedure van de euthanasie volgt en het euthanaticum door de patiënt aan zichzelf laat toedienen, bvb door een beker met barbituratenoplossing te laten uitdrinken, dan beschouwt de Commissie die toezicht houdt op de euthanasieaangiftes dit als rechtsgeldig. Het gaat hier om een wijze van uitvoering van euthanasie.
De definitie van euthanasie in de wet sluit deze vorm van hulp niet uit. Toch zou hulp bij zelfdoding moeten vermeld worden in de wet als mogelijke vorm van euthanasie om alle twijfel uit te sluiten.
2. Intensifiëring van pijn- en symptoombestrijding
2.1. wetende dat de patiënt vroeger KAN sterven
De intentie van de arts in zijn behandeling is hier bepalend: levensbeëindiging of pijnbestrijding? . Hier kan ook verwezen worden naar art. 11 bis van de wet op de patiëntenrechten van 22 augustus 2002: “elkeen behoort van de beroepsbeoefenaars in de zorgsector de meest aangepaste zorg te krijgen om de pijn te voorkomen, te evalueren, in aanmerking te nemen, te behandelen en te verzachten”.
2.2. mede met de bedoeling het leven te verkorten
Indien dit de bedoeling is, dan is de handeling strafbaar (opzettelijke doding, doodslag of moord)
In de praktijk bestaat hier een grijze zone, waar juridisch niets geregeld is. Dit gebeurt onder meer bij uitbehandelde patiënten waar elke verdere therapie om het leven in stand te houden uitzichtloos is. Voorbeeld: het afkoppelen van beademingsapparatuur in combinatie met barbituratentoediening op diensten voor intensieve zorg.
In diensten voor intensieve zorg zouden uitbehandelde patiënten in een afzonderlijke kamer sereen moeten kunnen sterven (palliatief bed in de IZ).
Een betere formulering om de strafbaarheid te voorkomen zou zijn: wetende dat het leven waarschijnlijk zal verkort worden.
Met deze vorm van MBL moet zeer zorgvuldig omgesprongen worden.
3. Beslissing tot niet (meer) behandelen
Indien de patiënt bij bewustzijn is, dan moet dit met hem afgesproken worden.
De Wet op de patiëntenrechten van 22 augustus 2002 geeft de patiënt ook zelfbeschikkingsrecht, waarbij hij een medische handeling kan weigeren.
Indien een behandeling uitzichtloos is, dan moet kunnen besproken worden of die moet voortgezet worden of niet en of de patiënt kan eisen dat je zinloze handelingen stelt.
Indien in geval van urgentie de familie of de vertrouwenspersoon nog niet aanwezig zijn, dan moet intensief behandeld worden in afwachting van hun komst, tenzij DNR-beleid vaststaat (art. 8 §5 en art.14 wet op de patiëntenrechten).
Echte wetgeving rond DNR (do not resuscitate) is er nog niet. Dit is absoluut noodzakelijk. Indien er geen DNR beleid is, dan zou er met reanimatie moeten gestart worden, zelfs bij een palliatieve patiënt!
Bij het opstellen van een DNR document moeten patiënt, familie, huisarts en verpleegkundigen betrokken worden.
Pleidooi om DNR meer bespreekbaar te maken, ook in ouderen- en thuiszorg.
We kunnen nog twee vormen in de beslissing tot niet (meer) behandelen onderscheiden:
3.1. wetende dat de patiënt vroeger KAN sterven
3.2. met de uitdrukkelijke bedoeling het leven te verkorten
4. Palliatieve sedatie
Ook bij optimale palliatieve zorg kunnen in de terminale fase lichamelijke of psychische symptomen voorkomen die onbehandelbaar zijn en leiden tot ondraaglijk lijden, zogenaamde refractaire symptomen. Bij deze indicatie kan palliatieve sedatie, dit is “het opzettelijk verlagen van het bewustzijn van een patiënt in de laatste levensfase”, worden toegepast. De mate van bewustzijnsverlies kan variëren van gering tot volledig. Onder diepe sedatie wordt het doorlopend in slaap houden van een patiënt verstaan, met behulp van hoge dosissen sedativa, met als doel zijn lijden te verlichten maar zonder de bedoeling het leven te beëindigen. Diepe sedatie wordt soms ook wel palliatieve of terminale sedatie genoemd.
Wordt vervolgd…
De ad hoc werkgroep werkt verder aan volgende thema’s in verband met medische beslissingen aan het levenseinde:
– Ethische en vormende: procesbegeleiding hoe de verpleegkundige tot besluitvorming terzake komt, niet alleen bij euthanasie, maar ook bij andere MBL’s, is zeer belangrijk. Er moet nog klaarheid komen over de wijze waarop het ontwikkelen van guidelines of richtlijnen kan samengaan met het doorlopen van een ethisch proces;
– Informerende: hoe verpleegkundigen informeren over de ontwikkelde richtlijnen?
8 maart 2006 (met enkele kleine correcties aangebracht op 25 juli 2006)
Prachtig weer, de blok die dan wat moeizamer loopt, studiekeuzes die sommige laatstejaarsscholieren hun warme hoofd op hol doet slaan.
Dertig jaar geleden wou ik criminologie gaan studeren, maar dat zag vaderlief niet zitten en dus combineerde ik dat dan maar met pedagogische wetenschappen. Papa had het over “dat krapuul”, ik zag alleen maar mensen die moesten geholpen worden waar ze weinig of geen kansen hadden gekregen in een duale maatschappij. Intussen heb ik geleerd dat politie, gerecht en gevangeniswezen wel degelijk hun nut hebben. Maar ook dat ze toe zijn aan een grondige modernisering. Groen! heeft de voorbije jaren vanuit de oppositie constructief meegewerkt aan een groot hervormingsplan. De weldoordachte groene voorstellen inzake justitie zijn te lezen in het verkiezingsprogramma van p. 51 – 56.
Een nog positieve ernegiestoot kreeg ik vanuit mijn andere eerst ontraden, later toch gevolgde studiekeuze: verpleegkunde. Zieken en bejaarden vragen er niet om ziek of afhankelijk te zijn, wel om door medische, verpleegkundige of zorgkundige professionals fysiek en psychisch vooruit geholpen te worden. Dat geeft zin aan hun én ons leven. De functiedifferentiatie binnen verpleegkunde is trouwens dermate groot dat iedereen zijn of haar gading kan vinden in dit beroep. Laat ons hopen dat ook de volgende minister van volksgezondheid hier waardering voor heeft.
En intussen wens ik alle studenten heel veel succes met hun examens!
Is het onnozel, naïef, romantisch, of juist realistisch om te stellen dat we in “onze” welvaartsmaatschappij een aantal stappen terug moeten zetten? Af en toe een enkele kwaliteitskrant die hierover bericht. Bijvoorbeeld enkele maanden geleden dat er in Wallonië momenteel Brabantse trekpaarden moeten worden ingezet om reuzegrote boomstammen te gaan slepen waar geen machines meer kunnen komen. En dit weekend lees ik dat in Gent schapen worden ingezet als grasmaaiers. Liever daarnaar verwijzen dan naar het artikel een bladzijde verder waarin gewaarschuwd wordt voor politieke “vrouwen op de rand van de glazen afgrond”.
Ik weet niet hoeveel politieke moed het vergt om structureel te kiezen voor arbeidsintensieve jobs, zodat bijvoorbeeld ook laaggeschoolden kansen maken in deze keiharde samenleving.
Hoe zou het zijn als we ervoor pleiten om meer laaggeschoolden (die hoe langer hoe minder aan de bak komen in een gedigitaliseerde samenleving) opnieuw kansen te geven? Is bijvoorbeeld het werk misschien minder goed gedaan als je twee mannen of vrouwen met grote borstels i.p.v. één man met een stinkende blaasmachine de straten laat kuisen? Of zijn werk, inkomen, zelfrespect, schonere lucht, en het voortbestaan van de planeet onbelangrijke items op de politieke agenda? Hoeveel positieve energie zou dit opleveren voor de kwaliteit van ons dagdagelijks leven?
Een ongebreidelde vrije markt en exuberant kapitalistisch denken hebben ons decennialang voorgehouden dat de consumptie van goederen en diensten een grenzeloze burgerplicht was. De wereldwijde financiële crisis is een gelegenheid om het hele systeem in vraag te stellen, maar we raken niet echt ver in die analyse.
De economie moet blijkbaar kost wat kost blijven groeien, al begint men begrippen als duurzaamheid en efficiënt energiegebruik wel van Groen! over te nemen. Toch is er een aanvoelen dat men ergens op moet besparen, en gemakshalve richten sommigen dan alle pijlen op het overheidsapparaat. Is dat niet wat populistisch? Ik zal niet ontkennen dat de overheid efficiënter kan werken – vanuit mijn job heb ik er van heel dichtbij mee te maken en zie ik o.a. de overlappende bevoegdheidsverdelingen en verschillen in taal en cultuur als oorzaak van veel problemen – maar ik vrees dat mensen niet beseffen dat het kunnen nuttigen van onze welvaart en welzijn juist geschraagd wordt door al die verschillende overheidsorganen. Die staan trouwens niet alleen in voor de inning van belastingen, maar ook voor een billijke toewijzing van allerlei uitkeringen in de sociale zekerheid (kinderbijslag, pensioenen).
Hoe zouden die duizenden werkmensen zich nu voelen eigenlijk? En wat het kan betekenen om niet alle gepensioneerde ambtenaren te vervangen, kunnen verpleegkundigen u getuigen: degenen die overblijven, moeten nog harder werken, geraken soms overbelast en dat komt de dienstverlening niet echt ten goede.
Al wie ziek is, of oud en zorgafhankelijk geworden, heeft recht op een goede gezondheidszorg. Maar er is alleen zorgzekerheid als er ook gezorgd wordt voor wie zorg geeft. De zorgberoepen moeten aantrekkelijk genoeg zijn. Het is bijvoorbeeld erg moeilijk om (hoofd)verpleegkundigen te vinden, en vooral te houden. De kwaliteit van de dienstverlening in de zorgsector wordt in grote mate bepaald door de competenties en motivatie van het personeel. Vlaanderen kan vandaag rekenen op een grote groep van geengageerde zorgverleners, maar er moeten dringend extra maatregelen komen ter ondersteuning van de sector.
Fatiha Dahmani, Magda Aelvoet en Heidi Vanheusden onderschrijven dit in een pamflet dat ze dezer dagen flyeren aan het grootste ziekenhuis in de regio.
Groen! wil de zorgberoepen maatschappelijk herwaarderen. Niet alleen via campagnes en betere arbeidsvoorwaarden, maar ook via een algemeen herwaarderen van de zorgarbeid.
Op 12 mei worden over heel de wereld de verpleegkundigen gevierd, dit is hun – onze – welverdiende dag. In Peeters & Pichal op Radio 1 vertelt Annemie Peeters, vandaag over haar recente ervaringen als “nachtzuster” in een ziekenhuis in Antwerpen. Vanavond zitten er een aantal verpleegkundigen in het publiek bij Phara.
Deze vrijdagvoormiddag dus mee opgestapt in de betoging tegen wachtlijst voor mensen met een handicap. Die bleek niet alleen over wachttijden in de zorg te gaan, maar ook over de te beperkte PAB- ondersteuning. What’s in a name? Een PAB (Persoonlijk Assistentiebudget) is een budget dat het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) u geeft om uw assistentie thuis, op school of op het werk te organiseren en te financieren. Heb vandaag nog meer respect voor mensen met een handicap gekregen. Voor Armando Dios bijvoorbeeld, een Groen!e volbloed liedjesgod, geassisteerd door Mieke Vogels (die trouwens ontzettend in mijn achting gestegen is vandaag, zij meent het echt!). Of voor Peter Vanhoutte. Bleek niet onze vriend van vroeger te zijn, de totaalweigeraar (waarvoor eveneens nog steeds veel antimilitaristisch respect), maar wel kandidaat op groen West- Vlaanderen, doof en blind en ontzettend leuk om naar te kijken wegens klaarblijkelijk vol enthousiasme en levensgenot. Ik was te beschroomd (en hij te goed omringd) om hem ondanks reeds onderling gemaild, goeiedag te gaan zeggen. Lieve mensen, laat ons steeds proberen het hart en het verstand open te houden, we zijn allemaal even veel waard!