Is het onnozel, naïef, romantisch, of juist realistisch om te stellen dat we in “onze” welvaartsmaatschappij een aantal stappen terug moeten zetten? Af en toe een enkele kwaliteitskrant die hierover bericht. Bijvoorbeeld enkele maanden geleden dat er in Wallonië momenteel Brabantse trekpaarden moeten worden ingezet om reuzegrote boomstammen te gaan slepen waar geen machines meer kunnen komen. En dit weekend lees ik dat in Gent schapen worden ingezet als grasmaaiers. Liever daarnaar verwijzen dan naar het artikel een bladzijde verder waarin gewaarschuwd wordt voor politieke “vrouwen op de rand van de glazen afgrond”.
Ik weet niet hoeveel politieke moed het vergt om structureel te kiezen voor arbeidsintensieve jobs, zodat bijvoorbeeld ook laaggeschoolden kansen maken in deze keiharde samenleving.
Hoe zou het zijn als we ervoor pleiten om meer laaggeschoolden (die hoe langer hoe minder aan de bak komen in een gedigitaliseerde samenleving) opnieuw kansen te geven? Is bijvoorbeeld het werk misschien minder goed gedaan als je twee mannen of vrouwen met grote borstels i.p.v. één man met een stinkende blaasmachine de straten laat kuisen? Of zijn werk, inkomen, zelfrespect, schonere lucht, en het voortbestaan van de planeet onbelangrijke items op de politieke agenda? Hoeveel positieve energie zou dit opleveren voor de kwaliteit van ons dagdagelijks leven?